Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Jeugdsport — De nieuwe epidemie van geweld

Jeugdsport — De nieuwe epidemie van geweld

Jeugdsport — De nieuwe epidemie van geweld

▪ Een groep middelbare scholieren komt bij elkaar voor een football-wedstrijd. De wedstrijd eindigt in een knokpartij — meer dan honderd ouders, coaches en spelers schreeuwen en delen klappen uit nadat een touchdown in de verlenging de wedstrijd heeft beslist.

▪ Een groep jonge tieners speelt gemengd football. Als een tienjarige speler een hem toegeworpen bal laat vallen, smijt zijn coach hem tegen de grond, waardoor hij beide armen breekt.

▪ De coach van een honkbalploeg in de jeugdcompetitie haalt een van zijn spelers uit de wedstrijd. De vader van de jongen dreigt de coach te vermoorden en wordt tot 45 dagen hechtenis veroordeeld.

▪ Tijdens een trainingswedstrijd in het jeugdijshockey raken twee vaders verwikkeld in een heftige discussie over de handhaving van spelregels. Een van hen slaat de ander voor de ogen van diens drie kinderen dood.

DIT soort huiveringwekkende berichten is verontrustend alledaags geworden. Er lijkt zich een nieuwe geweldepidemie op sportvelden, in basketbalzalen, op ijsbanen en op speelplaatsen te verspreiden. Het is het geweld van ouders en coaches die liever vechten dan verliezen. Jeffrey Leslie, voorzitter van de sportvereniging van Jupiter-Tequesta (Florida), zegt: „Ik heb gezien hoe ouders tegen hun kinderen tekeergaan en hen te veel onder druk zetten om te presteren; hoe kinderen vechten in wedstrijden, daartoe aangezet door hun ouders; hoe kinderen stonden te huilen op de werpheuvel omdat hun ouders hen . . . voor schut zetten.” Hij voegt eraan toe: „Niets brengt het slechtste in ouders zo makkelijk naar boven als jeugdsport.” Om kinderen tegen zulk geweld te beschermen, hebben enkele gemeenschappen drastisch moeten optreden door sommige ouders te verbieden de sportevenementen van hun kinderen bij te wonen.

Waartoe heeft deze epidemie van razernij geleid? „Dit schandelijke gedrag van een toenemend aantal volwassenen”, zegt Fred Engh, stichter en voorzitter van de in Florida gevestigde nationale jeugdsportbond, „bezoedelt de jeugdsport, bederft het plezier en brengt miljoenen kinderen een slechte boodschap over.”

Winnen tot elke prijs

De grondoorzaak van dit probleem schijnt te zijn dat sommige ouders graag zien dat hun kinderen andere kinderen overtreffen en tot elke prijs winnen. Een vertegenwoordiger van het Instituut voor de Preventie van Kindermishandeling in Canada zegt: „Wanneer winnen alles is, wanneer kracht alles is, creëert dit een omgeving waarin kwetsbare mensen in het nadeel zijn. In deze sporten zijn de kinderen de kwetsbare mensen.” Een official van de Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding en Gezondheidsvoorlichting in Ontario (Canada) merkt op dat kinderen die aan een dergelijke druk blootgesteld worden „op jonge leeftijd psychologische problemen kunnen krijgen. En wanneer ze ouder worden vinden ze het [misschien] moeilijk om een mislukking te verwerken.”

Het is niet vreemd dat de razernij van ouders en overijverige coaches vaak overgebracht wordt op de jonge sporters zelf. Tijdens een volleybalwedstrijd voor meisjes vielen de speelsters zeven keer de scheidsrechters aan. Een meisje dat uit een tenniswedstrijd werd weggestuurd, reageerde daarop door met opzet de auto van een official te beschadigen. Nadat een worstelaar op een middelbare school was afgefloten voor een overtreding gaf hij een scheidsrechter een kopstoot, waardoor deze knock-out ging. „Vroeger [was] de jeugdsport een oase van sportiviteit”, zegt Darrell Burnett, een klinisch kinderpsycholoog en jeugdsportpsycholoog. „Maar nu niet meer. Het is niet meer zomaar een spelletje.”

Wat ouders kunnen doen

Ouders doen er goed aan te bedenken dat plezier en lichaamsbeweging de redenen zijn waarom kinderen aan sportactiviteiten meedoen. Het heeft daarom een averechtse uitwerking — en het is liefdeloos — als jeugdsport veranderd wordt in een activiteit die veel stress veroorzaakt en waarin de kinderen blootgesteld worden aan beschimpingen. De bijbel zegt: „Vaders, breng je kinderen niet tot verbittering.” — Efeziërs 6:4, Het Nieuwe Testament in de taal van onze tijd.

Wat kan een ouder helpen in dit opzicht zijn of haar evenwicht te bewaren? In de eerste plaats kan het helpen als u in gedachte probeert te houden hoe het in uw eigen jeugd was. Was u echt in staat om bijna als een professional te presteren? Is het redelijk om dat van uw zoon of dochter te verwachten? Per slot van rekening ’zijn kinderen teer’ (Genesis 33:13). Probeer ook een gezonde kijk op winnen en verliezen te behouden. De bijbel noemt onbeteugelde wedijver „ijdelheid en een najagen van de wind”. — Prediker 4:4.

Het is interessant dat een oud-honkballer uit de eredivisie ouders ertoe aanmoedigt om winnen en verliezen te relativeren, niet boos te worden als een kind niet goed speelt en niet te enthousiast te worden als hij of zij wint. In plaats van alles te laten draaien om het winnen, moeten ouders het accent leggen op het plezier van de kinderen en de voordelen die het heeft in conditie te blijven.

Een aantal ouders zijn zo tot de conclusie gekomen dat georganiseerde jeugdsport gemakkelijk een ongezonde competitiegeest aanwakkert. Maar dat betekent niet dat hun kinderen niet de vreugde smaken met anderen te sporten. Veel christelijke ouders hebben bijvoorbeeld gemerkt dat hun kinderen graag met geloofsgenoten sporten in een achtertuin of een plaatselijk park. Op deze manier hebben de ouders meer controle over de omgang van hun kinderen. Gezinsuitstapjes kunnen nog meer gelegenheden bieden voor gezonde sportactiviteiten. Het is waar dat een wedstrijdje in de achtertuin waarschijnlijk niet dezelfde opwinding zal geven als in een winnend team spelen. Maar vergeet nooit dat, in het gunstigste geval, ’lichamelijke oefening slechts nuttig is voor weinig; maar godvruchtige toewijding is nuttig voor alle dingen’ (1 Timotheüs 4:8). Door deze evenwichtige kijk op sport te behouden, kunt u voorkomen dat uw kind slachtoffer wordt van de nieuwe geweldepidemie.

[Illustraties op blz. 15]

Sport moet leuk zijn, niet een bron van conflicten