Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een boek waarop u kunt vertrouwen: Deel 1

Egypte in de Bijbelse geschiedenis

Een boek waarop u kunt vertrouwen: Deel 1

De Bijbel werd in een periode van zo’n 1600 jaar geschreven. De geschiedenis en profetieën erin houden verband met zeven wereldmachten: Egypte, Assyrië, Babylon, Medië-Perzië, Griekenland, Rome en Engeland-Amerika. Al die wereldmachten zullen in een serie van zeven artikelen worden behandeld. Met welk doel? Om te laten zien dat de Bijbel betrouwbaar en door God geïnspireerd is, en dat de boodschap die erin staat hoop biedt op een eind aan het lijden dat veroorzaakt wordt door het wanbestuur van de mens.

EGYPTE, beroemd om zijn piramiden en de Nijl, was de eerste wereldmacht in de Bijbelse geschiedenis. In de schaduw van dit land werd de natie Israël gevormd. Mozes, die de eerste vijf boeken van de Bijbel optekende, was in Egypte geboren en opgeleid. Worden de dingen die hij over dit land schreef, gestaafd door de wereldlijke geschiedenis en de archeologie? Sta eens stil bij een paar voorbeelden.

Betrouwbare geschiedenis

Titels en termen.

De nauwkeurigheid van een historisch verslag blijkt vaak uit de details: gebruiken, etiquette, namen en titels van functionarissen, enzovoorts. Hoe staat het wat dit betreft met de boeken Genesis en Exodus, de eerste twee boeken van de Bijbel? Over het Genesisverslag over Jozef, een zoon van de patriarch Jakob, en het Bijbelboek Exodus zegt J. Garrow Duncan in zijn boek New Light on Hebrew Origins: „[De Bijbelschrijver] was goed bekend met de Egyptische taal, gebruiken, godsdienst, het hofleven, de etiquette en de ambtenarij.” Hij zegt verder: „[De schrijver] gebruikt de correcte titel die destijds in zwang was en precies op de manier waarop men dat toen deed. (...) Er is in feite niets wat een overtuigender bewijs vormt van de grondige kennis van Egyptische zaken in het Oude Testament, en de betrouwbaarheid van de schrijvers, dan het gebruik van het woord farao in verschillende periodes.” Duncan merkt ook op dat „wanneer [de schrijver] zijn personages voor Farao laat verschijnen, hij hen de correcte hofetiquette in acht laat nemen en de juiste taal laat gebruiken”.

In Egypte worden tegenwoordig nog steeds in de zon gedroogde bakstenen gebruikt die met stro zijn gemaakt

De productie van bakstenen.

De Israëlieten maakten tijdens hun slavernij in Egypte bakstenen van klei gemengd met stro, dat diende als bindmiddel (Exodus 1:14; 5:6-18) *. Een aantal jaren geleden zei het boek Ancient Egyptian Materials and Industries: „Er zijn maar weinig plaatsen waar meer aan [bakstenen maken] werd gedaan dan Egypte, waar in de zon gedroogde bakstenen nog steeds, net als voorheen, het karakteristieke bouwmateriaal van het land zijn.” Het boek noemt ook „de Egyptische gewoonte om stro te gebruiken bij het maken van bakstenen”, wat het extra detail dat in de Bijbel staat dus ondersteunt.

Onderdelen van het scheergerei van een Egyptenaar: scheermes en spiegel

Scheren.

Hebreeuwse mannen in de oudheid droegen een baard. Toch staat er in de Bijbel dat Jozef zich schoor voordat hij naar Farao ging (Genesis 41:14). Waarom deed hij dat? Omdat gezichtshaar volgens de Egyptische gebruiken en etiquette een teken van onreinheid was. „[De Egyptenaren] waren er heel trots op gladgeschoren te zijn”, zegt het boek Everyday Life in Ancient Egypt. Er zijn in graftomben zelfs etuis met scheergerei aangetroffen, zoals scheermessen, pincetten en spiegels. Mozes was duidelijk een uiterst nauwkeurige kroniekschrijver. Hetzelfde kan van andere Bijbelschrijvers worden gezegd die gedetailleerde verslagen schreven over gebeurtenissen die met het oude Egypte verband hielden.

Zakelijke ondernemingen.

Jeremia, die de boeken Eén en Twee Koningen schreef, noemde specifieke details over koning Salomo’s handel in paarden en wagens met de Egyptenaren en de Hethieten. Een wagen kostte „zeshonderd zilverstukken, en een paard (...) honderd vijftig”, zegt de Bijbel (1 Koningen 10:29). Een wagen was dus vier keer zo duur als een paard.

Volgens het boek Archaeology and the Religion of Israel bevestigen zowel de Griekse historicus Herodotus als archeologische vondsten dat er tijdens de regering van Salomo een levendige handel in paarden en wagens bestond. Het boek zegt zelfs dat er „een standaardwisselkoers was vastgesteld van vier (...) paarden voor één Egyptische wagen”, wat de getallen in de Bijbel bevestigt.

Oorlogvoering.

Jeremia en Ezra vermelden ook de invasie van Juda door farao Sisak en zeggen specifiek dat die plaatsvond „in het vijfde jaar van [de Judese] koning Rehabeam”, oftewel in 993 voor onze jaartelling (1 Koningen 14:25-28; 2 Kronieken 12:1-12). Lange tijd was de Bijbel de enige bron die melding maakte van deze invasie. Toen werd er op de muur van een Egyptische tempel in Karnak (het oude Thebe) een reliëf ontdekt.

Dit reliëf beeldt Sisak af die vóór de god Amon staat terwijl hij met opgeheven arm gevangenen verslaat. Op het reliëf staan ook de namen van veroverde Israëlitische steden, waarvan vele in verband zijn gebracht met Bijbelse plaatsen. Het document heeft het bovendien over „het veld van Abram”, de eerste keer dat er in Egyptische verslagen naar de Bijbelse patriarch Abraham wordt verwezen (Genesis 25:7-10).

Het is duidelijk dat de Bijbelschrijvers geen fictie schreven. Omdat ze wisten dat ze God verantwoording schuldig waren, schreven ze dingen die waar waren, zelfs wanneer dat niet erg vleiend was, zoals in het geval van de overwinningen van Sisak op Juda. Die openhartigheid staat in schril contrast met de opgepoetste, aangedikte kronieken van de schrijvers van het oude Egypte, die weigerden iets op te tekenen dat niet zo complimenteus was voor hun vorst of hun volk.

Betrouwbare profetieën

Alleen Jehovah God, de Auteur van de Bijbel, kan feilloos de toekomst voorzeggen. Merk bijvoorbeeld op dat hij Jeremia inspireerde om dingen te profeteren over twee Egyptische steden, Memphis en Thebe. Memphis (of Nof) was ooit een prominent commercieel, politiek en religieus centrum. Toch zei God: „Nof zelf zal tot niets dan een voorwerp van ontzetting worden en zal werkelijk in brand gestoken worden, zodat het zonder inwoner is” (Jeremia 46:19). En dat gebeurde ook. Het boek In the Steps of Moses the Lawgiver zegt dat „de kolossale ruïnes van Memphis” door Arabische veroveraars werden geplunderd en als steengroeve werden gebruikt. Het zegt ook dat er tegenwoordig „kilometers in de omtrek van de oude stad geen steen meer uit de zwarte grond steekt”.

Dit kolossale gevallen beeld dat bij Memphis werd gevonden, was zo’n twaalf meter hoog

Thebe, dat eerder No-Amon of No werd genoemd, onderging samen met zijn machteloze goden een vergelijkbaar lot. Jehovah zei over deze stad, die ooit de hoofdstad van Egypte was en het belangrijkste centrum van de aanbidding van de god Amon: ’Ik richt mijn aandacht op Amon en op Farao en op Egypte en op de goden daarvan. En ik wil hen geven in de hand van Nebukadrezar, de koning van Babylon’ (Jeremia 46:25, 26). Zoals voorzegd, werden Egypte en zijn prominente stad No-Amon door de Babylonische monarch veroverd. Nadat No-Amon in 525 voor onze jaartelling nog een slag was toegebracht door de Perzische heerser Cambyses II, raakte de stad geleidelijk in verval. Ten slotte werd de stad volledig verwoest door de Romeinen. De nauwkeurige profetieën tonen aan dat de Bijbel beslist een ongeëvenaard boek is dat betrouwbare informatie over onze toekomst bevat.

Een hoop waarop u kunt vertrouwen

De allereerste profetie in de Bijbel, die te vinden is in Genesis 3:15 *, werd door Mozes opgetekend in de tijd dat Egypte een wereldmacht was. Daarin wordt voorzegd dat God een „zaad” of nageslacht zou voortbrengen dat Satan en zijn „zaad” (degenen die Satans slechte gedrag overnemen) zou vernietigen (Johannes 8:44; 1 Johannes 3:8). Het primaire of voornaamste „zaad” van God bleek de Messias, Jezus Christus, te zijn (Lukas 2:9-14).

Christus’ regering zal zich over de hele aarde uitstrekken en hij zal alle slechtheid en onderdrukkende menselijke regeringen verwijderen. Mensen zullen hun macht niet meer misbruiken om anderen kwaad te doen (Prediker 8:9). Net zoals Jozua uit de oudheid het volk Israël naar het beloofde land leidde, zal Jezus „een grote schare” godvrezende mensen veilig naar een veel groter ’beloofd land’ leiden: een gereinigde aarde die helemaal in een paradijs veranderd zal worden (Openbaring 7:9, 10, 14, 17; Lukas 23:43).

Die kostbare hoop doet ons denken aan een andere profetie die in de tijd van het oude Egypte werd opgetekend. Deze profetie, die in Job 33:24, 25 staat, zegt dat God mensen zelfs door een opstanding van „de kuil” of het graf zal bevrijden. Naast degenen die gespaard zullen worden tijdens de komende vernietiging van de slechte mensen, zullen er dus vele miljoenen mensen zijn die tot leven worden gewekt met het vooruitzicht eeuwig in een paradijs op aarde te leven (Handelingen 24:15). „De tent van God is bij de mensen”, zegt Openbaring 21:3, 4. „Hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn.”

In het volgende artikel van deze serie zal het thema betrouwbare geschiedenis en profetieën terugkomen en zal aandacht worden besteed aan de wereldmacht die na Egypte kwam: het oude Assyrië.

^ ¶7 Als u zelf geen bijbel hebt, kunt u de Bijbelteksten in diverse talen opzoeken op de site www.watchtower.org.

^ ¶18 De profetie in Genesis 3:15 werd door God geuit in de tuin van Eden en later opgetekend door Mozes.