Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

 HULP VOOR HET GEZIN | OPVOEDING

Kinderen veilig leren internetten

Kinderen veilig leren internetten

HET PROBLEEM

Als u nieuwsberichten leest, krijgt u de indruk dat internet een broeinest is van pedofilie, cyberpesten en identiteitsdiefstal. U maakt u terecht zorgen: uw kind is heel vaak online en lijkt geen enkel gevaar te zien.

U kunt uw zoon of dochter leren veilig met internet om te gaan. Hier volgt wat informatie die u daarbij kan helpen.

GOED OM TE WETEN

Jongeren hebben mobiel toegang tot internet. Het heeft nog steeds nut om als regel te stellen dat de computer in de woonkamer moet staan. Maar met een tablet of smartphone heeft uw kind makkelijker toegang tot internet dan ooit, en dat zonder toezicht.

Dat er auto-ongelukken gebeuren, betekent niet dat het verkeerd is om auto te rijden. Hetzelfde geldt voor het gebruik van internet. Uw kind moet gewoon veilig leren ’rijden’

Sommige jongeren internetten uren achter elkaar. „Ik zet de computer aan om even mijn mail te checken en uiteindelijk zit ik urenlang filmpjes te kijken”, zegt een meisje van negentien. „Ik moet veel meer zelfbeheersing hebben.”

Jongeren kunnen op internet te veel informatie geven. Mensen met verkeerde bedoelingen kunnen aan de hand van berichtjes en foto’s van alles over uw kind te weten komen, zoals waar hij woont, naar welke school hij gaat en wanneer de rest van het gezin weg is.

Sommige jongeren overzien de gevolgen niet. Wat iemand op internet zet, blijft op internet. Soms duiken gênante berichtjes of foto’s later weer op, bijvoorbeeld als een bedrijf een sollicitant natrekt.

Hoewel dit zorgwekkend kan zijn, is internet op zich niet de boosdoener. Problemen worden veroorzaakt door een onverstandig gebruik van internet.

 WAT U KUNT DOEN

Leer uw kind prioriteiten stellen en goed met tijd omgaan. Belangrijke dingen eerst leren doen, hoort bij het proces van volwassen worden. Huiswerk maken, meehelpen in huis en communiceren met andere gezinsleden zijn belangrijker dan internetten. Als uw kind te veel tijd op internet doorbrengt, stel dan een tijdslimiet en gebruik eventueel zelfs een timer. — Bijbels principe: Filippenzen 1:10.

Leer uw kind na te denken voordat hij iets op internet zet. Leer hem stil te staan bij vragen als: Zou ik met dit bericht iemand kwetsen? Welke invloed zal deze foto op mijn reputatie hebben? Zou ik me opgelaten voelen als mijn ouders of andere volwassenen deze foto of dit bericht zien? Hoe zouden ze dan over me denken? Wat zou ik vinden van iemand die zoiets op internet zet? — Bijbels principe: Spreuken 10:23.

Leer uw kind normen, niet alleen regels. U kunt niet de hele dag in de gaten houden wat uw kind doet. Uw doel als ouder is niet het hele leven van uw kind te beheersen, maar hem juist te helpen het inzicht te krijgen „om zowel goed als kwaad te onderscheiden” (Hebreeën 5:14). Doe daarom een beroep op het morele besef van uw kind in plaats van op regels te hameren of straf uit te delen. Wat voor reputatie wil hij hebben en om welke eigenschappen wil hij bekendstaan? U wilt graag bereiken dat uw kind goede beslissingen neemt, ook als u niet in de buurt bent. — Bijbels principe: Spreuken 3:21.

„Kinderen weten meer van technologie. Ouders weten meer van het leven”

Net als bij autorijden is bij het gebruik van internet een goed oordeel nodig. Daarbij is begeleiding van u als ouder onmisbaar. Het is zoals Parry Aftab, een expert op het gebied van internetveiligheid, zegt: „Kinderen weten meer van technologie. Ouders weten meer van het leven.”