Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoe anderen kunnen helpen

Hoe anderen kunnen helpen

Hoe anderen kunnen helpen

MISSCHIEN kent u iemand die aan depressie of bipolaire stoornis lijdt. Zo ja, hoe kunt u zo iemand dan tot steun zijn? D. J. Jaffe van de Amerikaanse National Alliance for the Mentally Ill geeft de volgende goede raad: „Verwar de ziekte niet met de zieke; nee, haat de ziekte maar heb de persoon lief.”

Susanna was een vrouw die daar de liefde en het geduld voor had. Ze had een vriendin die aan bipolaire stoornis leed. „Er waren tijden dat ze het niet kon verdragen bij me in de buurt te zijn”, zegt Susanna. In plaats van haar vriendin als een hopeloos geval te beschouwen, deed Susanna nazoekwerk om meer over bipolaire stoornis te weten te komen. „Nu besef ik”, zegt ze, „hoezeer het gedrag van mijn vriendin door haar ziekte werd beïnvloed.” Susanna is van mening dat inspanningen om de patiënt te begrijpen bijzonder lonend kunnen zijn. „Het kan je helpen de schitterende persoon achter de ziekte te gaan liefhebben en waarderen”, zegt ze.

Als de zieke een lid van het gezin is, is oprechte steun cruciaal. Mario, die eerder in deze serie werd genoemd, leerde dit al in een vroeg stadium. Zijn vrouw, Lucia, ook eerder genoemd, lijdt aan bipolaire stoornis. Mario zegt: „In het begin werd ik geholpen door met mijn vrouw mee te gaan naar haar arts en door veel te lezen over deze vreemde ziekte, zodat ik goed op de hoogte zou zijn met wat we tegemoet gingen. Lucia en ik praatten ook veel met elkaar en bleven ons best doen om elke situatie die zich in de loop van de tijd voordeed, het hoofd te bieden.”

Steun vanuit de christelijke gemeente

De bijbel moedigt alle christenen aan ’bemoedigend te spreken tot de terneergeslagen zielen’ en ’lankmoedig te zijn jegens allen’ (1 Thessalonicenzen 5:14). Hoe kunt u dit doen? Ten eerste is het belangrijk te begrijpen dat er verschil is tussen iemand die geestesziek is en iemand die geestelijk, wat zijn geloof betreft, ziek is. De bijbelschrijver Jakobus gaf bijvoorbeeld te kennen dat gebed iemand die zich wat zijn geloof betreft niet wel voelt, beter kan maken (Jakobus 5:14, 15). Toch erkende Jezus dat iemand die letterlijk ziek is, een dokter nodig heeft (Mattheüs 9:12). Natuurlijk is het altijd goed en nuttig om in verband met alles wat ons zorgen baart, ook onze gezondheid, tot Jehovah te bidden (Psalm 55:22; Filippenzen 4:6, 7). Maar de bijbel zegt niet dat als we meer doen op godsdienstig gebied, dit op zich onze huidige medische problemen zal verhelpen.

Daarom vermijden opmerkzame christenen het te suggereren dat depressieve mensen voor hun eigen lijden verantwoordelijk zijn. Dergelijke opmerkingen zouden net zomin een hulp zijn als die van Jobs valse vertroosters (Job 8:1-6). Depressie zal namelijk in veel gevallen niet verbeteren tenzij er een medische behandeling wordt gegeven. Dit geldt vooral wanneer iemand zwaar depressief is en misschien zelfs zelfmoordneigingen heeft. In zulke gevallen is professionele hulp essentieel.

Toch kunnen medechristenen veel doen om een steun te zijn. Natuurlijk is er geduld nodig. Bepaalde aspecten van de christelijke activiteit kunnen voor iemand met een stemmingsstoornis bijvoorbeeld heel beangstigend zijn. Diane, die aan bipolaire stoornis lijdt, zegt: „Het kost me veel moeite om aan de bediening deel te nemen. Het valt niet mee om het goede nieuws uit de bijbel aan anderen te vertellen als ik me van binnen niet gelukkig voel.”

Om zo iemand te kunnen helpen, moet u ernaar streven medegevoel te tonen (1 Korinthiërs 10:24; Filippenzen 2:4). Probeer de dingen door de ogen van de patiënt te zien in plaats van door uw eigen ogen. Belast hem niet met onredelijke verwachtingen. „Wanneer ik geaccepteerd word als de persoon die ik nu ben,” zegt Carl, die met depressie te kampen heeft, „krijg ik langzamerhand weer het gevoel dat ik erbij hoor. Met de geduldige hulp van een paar oudere geloofsgenoten heb ik een nauwere band met God kunnen ontwikkelen en put ik er veel vreugde uit anderen te helpen hetzelfde te doen.”

Steun kan iemands leed enorm verzachten. Neem bijvoorbeeld Brenda, een christelijke vrouw die eveneens aan bipolaire stoornis lijdt. „Mijn geloofsgenoten in de gemeente zijn tijdens mijn moeilijke periodes een geweldige bron van steun en begrip voor me geweest, en ze hebben me nooit als iemand met een zwak geloof beschouwd”, zegt ze. „Er waren tijden dat ze me meenamen in de bediening en me gewoon lieten luisteren, of dat ze een plaats in de Koninkrijkszaal voor me bezet hielden zodat ik binnen kon komen als iedereen al op z’n plaats zat.”

De steun van liefdevolle en meevoelende gemeenteouderlingen is ook voor Cherie, die in het voorgaande artikel werd genoemd en aan depressie lijdt, een grote hulp. Ze zegt: „Als de ouderlingen me verzekeren van Jehovah’s liefde, me passages uit Gods Woord, de bijbel, voorlezen en over Jehovah’s voornemen van een vredig paradijs spreken en wanneer ze met me bidden — zelfs via de telefoon — voel ik de last lichter worden. Ik weet dat ik niet in de steek word gelaten door Jehovah of door mijn broeders en zusters, en dat geeft me kracht.”

Het lijdt geen twijfel dat gezinsleden en vrienden veel tot het welzijn van de patiënt kunnen bijdragen door zinvolle steun te bieden. „Ik denk dat ik mijn leven nu aardig onder controle heb”, zegt Lucia. „Mijn man en ik hebben ons best gedaan om hier samen doorheen te komen, en het gaat beter dan ooit met ons.”

Velen die nu te kampen hebben met verschillende vormen van geestesziekte beseffen dat de strijd tegen deze verschrikkelijke kwelling lang is. Toch belooft de bijbel dat in Gods nieuwe wereld „geen inwoner zal zeggen: ’Ik ben ziek’” (Jesaja 33:24). De verdriet veroorzakende kwalen en ziekten waardoor zo velen in deze tijd gekweld worden, zullen verdwenen zijn. Het is inderdaad hartverwarmend om na te denken over Gods belofte van een nieuwe wereld waarin alle ziekten — ook stemmingsstoornissen — voor altijd tot het verleden zullen behoren. Dan zal er, zo zegt de bijbel, geen rouw of geschreeuw of pijn meer zijn. — Openbaring 21:4.

[Inzet op blz. 12]

Jezus erkende dat zieken een dokter nodig hebben. — MATTHEÜS 9:12

[Inzet op blz. 13]

De bijbel belooft dat in Gods nieuwe wereld „geen inwoner zal zeggen: ’Ik ben ziek.’” — JESAJA 33:24